1 december 2017 Je hebt het!
Opeens krijg je als donderslag bij heldere hemel te horen: "Je
hebt borstkanker". Het bevolkingsonderzoek heeft het
geconstateerd. Verbazing en onbegrip en dat kan niet, is de
eerste gedachte die bij je opkomt. Toch is het zo! Je kunt er niet
meer voor weglopen. Je leven is na 72 jaar niet meer wat het was en
wordt. Gelukkig besef je dat dan nog niet.
Je raakt met een sneltreinvaart in het medische circuit. Je
ondergaat de onderzoeken alsof het een ander betreft. Jij bent het
niet die bij de radioloog een biopt ondergaat. Het is je lijf. Jij
bent het niet die ingespoten wordt met kleurstof om een CT-scan te
ondergaan, het is je lijf. Jij bent het wel die in gesprek is met
de internist en met de oncoloog. Je praat over jouw lijf. Dat hoort
bij jou. Het is van jou! Langzaam dringt het besef door dat jij
borstkanker hebt. Jij bent het, en niemand anders.
Met jou hebben je man en kinderen en familie en vrienden het ook
een beetje. Plotseling vorm jij de grote vis die in een visnet
gevangen zit met vele kleine visjes om je heen. Alle ogen zijn op
jou gericht, hoe gaat het en wat nu??? Dat ben je helemaal niet
gewend. Jij bent het die altijd aan een ander vraagt hoe het gaat
en of je nog wat voor die ander kunt betekenen. Nu zijn de rollen
omgedraaid. Dat voelt anders, soms maakt dat je verdrietig maar
meestal blij. Er wordt met je meegeleefd. Je voelt heel sterk dat
heel veel mensen van je houden. Dat is niet vanzelfsprekend maar
normaal sta je daar niet bij stil. Nu ervaar je het als een warme
deken.
Eigenlijk wil je de ziekte en alles wat erbij komt kijken alleen
delen met de mensen die je lief zijn. Je wilt het klein houden. Dat
lukt niet. Je bent bekend en daardoor van iedereen. Ook van mensen
waarvan je niet wilt zijn. Dat voelt ongemakkelijk, je wilt het
tegenhouden maar dat lukt niet. Je voelt je machteloos!
Eind december word je geopereerd. Het valt reuze mee. Je slaapt
een paar dagen je roes uit. Je borst is er nog en minder gehavend
dan je verwachtte. Je voelt je weer een beetje mens worden.
Dan komt de voorlopige uitslag. De tumor was groter dan gedacht en
agressiever dan gedacht. In ieder geval bestralen, waarschijnlijk
ook een hormonenkuur van 5 jaar en als het tegen zit ook chemo. Eén
onderzoek moet over. Nu slaat het pas echt in. Het betreft jou. Het
gaat jou aan. Jij moet dat ondergaan.
Je zakt in een put. Steeds dieper. Je gaat nadenken of je dat
wel wilt ondergaan. Bestralingen word je doodmoe van. Iedereen
heeft van een hormonenbehandeling bijwerkingen, je wordt
depressief, en dan moetje nog maar niet denken aan wat een
chemokuur betekent voor je functioneren. Wat moet ik doen?
Je bedenkt wie je mogelijk kunnen steunen. Een aantal mensen
begrijpen de kanker wel, en weten wat bestralingen, hormonenkuur en
chemo met je kunnen doen. Je zult steun aan hen hebben. Mag ik dat
van ze vragen? Ik praat erover met de dominee. Zij biedt haar steun
aan. Ik bid en voel dat God dicht bij mij is.
Dan praat ik met de oncoloog. Een fijn open gesprek. De
definitieve uitslag is binnen. Een chemokuur is niet nodig. Een
hele opluchting! We maken samen de afweging of een hormonenkuur
zinvol is. De eindconclusie is dat het op mijn leeftijd weinig
toevoegt aan mijn levensverwachting. Blijft over: bestraling.
Opgelucht fiets ik naar huis. Dat gaat mij wel lukken. Mijn
partner is lief voor mij en hij zal mij liefdevol naar het
ziekenhuis in Leiden begeleiden voor bestraling. Hij laat mij
intens voelen dat ik alles voor hem beteken en dat hij alles
voor mij wil doen wat hij kan doen. Een heerlijk gevoel waar ik
dankbaar voor ben. In zijn beleving zijn dat vooral dingen doen.
Dat is al heel veel waard.
Eind januari 2018 beginnen de bestralingen. Ik vind het
verschrikkelijk. Ieder keer weer. Ik straal het naar de medewerkers
toe niet uit. Zij zijn lief en doen hun werk. Ik probeer altijd nog
een vrolijk praatje met hen te maken. Ik tel af, weer een dag, nog
een dag, een weekend vrij en dan weer naar Leiden en weer....
Ik raak doodmoe en kan de hele dag wel huilen. Lieve mensen bellen
mij en sturen mij veel kaartjes. Dat helpt.
Gelukkig is het na twee en een halve week voorbij.
Wat ben ik opgelucht. Maar al snel kom ik er achter dat het niet
voorbij is. Nu begint het pas. Ik loop snel tegen mijn eigen
grenzen aan. Veel sneller dan ik gedacht had. Ik kan bijna niets.
Mijn tepel is erg pijnlijk en onder mijn borst is mijn huid kapot.
Af en toe voel ik scherpe scheuten in mijn borst.
Een bezoek aan de kapper is al genoeg voor een hele dag. Bij de
opening van een tentoonstelling moet ik halverwege afhaken. Bij een
andere opening was ik te moe om er heen te gaan.
De oncologisch verpleegkundige maakt zich zorgen om mij. 'Je moet
heel rustig aan doen. Je borst is zwaar ziek en moet nu
genezen. Dat moet jouw lichaam doen. Neem rust, vooral rust en zeg
alles af. Jij hebt je altijd aan anderen gegeven. Nu moet je een
tijdje alleen aan jezelf denken. Als je dat niet doet kom je er
niet bovenop. Vrienden en familie moeten jou nu energie geven.
Praat er over met hen en schrijf van je af wat je meegemaakt hebt.
Vertel het desnoods 20 keer. Echte vrienden accepteren dat. Jouw
hoofd moet leeg'.
Ik heb haar nog eens verteld dat ik zo niet in elkaar zit.
'Ik blijf je in de gaten houden', was haar antwoord . 'Ik maak mij
zorgen om jou. Je hebt je levenlang gegeven en nu moetje leren
nemen'.
Voor de bestralingen begonnen had ik al een stip aan de horizon
gezet waar mijn partner en ik naar uit konden kijken: lekker een
paar dagen naar Zuid-Limburg.
20 dagen na de bestralingen gingen we op pad. Het was bitter koud
toen we wegreden. Gevoelstemperatuur -20C. Toch was het heerlijk!
We hadden toen we het boekten gehoopt om lekker in het zonnetje op
een terrasje te kunnen zitten maar daar was het de eerste dagen
veel te koud voor. We gingen een grot bezoeken maar mijn energie
was al snel op. We zetten de tering naar de nering en genoten van
het samen zijn en ik ook nog in het bubbelbad op onze kamer.
Heerlijk! We bekeken de 10 Top Stukken in het Bonnefanten museum.
Voor de rest van het museum was mijn energie op. Mijn hoofd was
vol.
We sloten ons Limburgs uitje af op een terrasje op het Vrijthof.
Even herinneringen ophalen aan de paar jaar die ik in Maastricht
werkte.
Nu weer thuis en elke dag bekijken wat kan en wat niet kan. Ik
wil weer lekker fit worden. Dat gaat lukken. Niks forceren en
dikwijls nee zeggen en daarmee anderen teleurstellen. Dat moet ik
doen. Gedoseerd doen wat ik zelf graag wil doen.
Nu 2 maanden na mijn laatste bestraling, komt de energie weer
terug. Mijn hoofd is weer leeg. Er is ruimte om te denken. Ik
verzin allerlei leuke uitstapjes. Varen op de Linge tussen de
bloesem door, fietsen door de bollen, lunchen met vriendinnen, op
verjaardagsbezoek gaan. Ik leid weer een vergadering.
Het voelt goed en maakt mij blij. De fysiotherapeut constateert
verbaasd hoe soepel mijn schouders zijn.
Mijn borst ziet er goed uit en ik verzorg het litteken met
littekenzalf. Ik geniet van het leven. Ik geniet van de mensen om
mij heen, ik geniet van de mooie natuur. Alles gedoseerd. Dat heb
ik geleerd van de oncologisch verpleegkundige. Heel waardevol! Ik
leef weer!
E. Scholten-Quispel