De behandeling van darmkanker is afhankelijk van de plaats van de darmkanker (dikke darm of endeldarm), de grootte van de tumor en of er sprake is van uitzaaiingen.
Wanneer er sprake is van een voorstadium van darmkanker (poliep) is het verwijderen van de poliep tijdens het coloscopie-onderzoek (darmonderzoek) vaak voldoende en is geen verdere behandeling noodzakelijk.
Bij darmkanker is een operatie de meest toegepaste behandeling. De operatie kan plaatsvinden via enkele kleine sneetjes in de buik (kijkbuisoperatie) of via een open procedure, waarbij een grotere snee wordt gemaakt. Tijdens de operatie wordt het gedeelte van de darm waar de tumor zit, verwijderd. Daarnaast wordt het omliggende klierweefsel verwijderd.
Bij een tumor in het laatste deel van de dikke darm (endeldarmkanker) is het soms nodig om een stoma aan te leggen. Daarbij wordt een darmuiteinde door de buikwand naar buiten gebracht. Een stoma is dus een kunstmatige uitgang voor ontlasting.
Radiotherapie is vaak een onderdeel van de behandeling bij endeldarmkanker. Wij werken hiervoor samen met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Kijk voor meer informatie op de website van het LUMC: Radiotherapie. Bij radiotherapie wordt de tumor voorafgaand aan de operatie in meerdere sessies uitwendig bestraald (5 tot 25 bestralingen). Bij deze behandeling worden kankercellen door straling vernietigd. Bestraling wordt soms gecombineerd met chemotherapie.
Na de darmoperatie is soms een aanvullende 'systemische behandeling' nodig in de vorm van tabletten of via een infuus. Bij darmkanker zijn er zijn verschillende systemische behandelingen mogelijk: chemotherapie en targeted therapie.
Helaas is darmkanker niet altijd te genezen. De behandeling is dan gericht op het remmen van de ziekte en het verlichten van symptomen zoals pijn. Deze behandeling verbetert wel de kwaliteit van leven van de patiënt. Dit heet palliatieve zorg.