Pijn op de borst of angina pectoris

Waarmee kunnen we u helpen?

Contact opnemen?

Een afspraak maken kan alleen via de huisarts of Zorgdomein. Maar wij helpen u graag verder. Neem telefonisch contact met ons op of stel gemakkelijk online uw vraag (alleen voor niet-medische vragen).

Klachten

De pijn kan een benauwd gevoel geven, alsof er een knellende band om de borst zit. De pijn straalt soms uit naar armen, hals, kaak, rug, tussen de schouderbladen of maagstreek en kan samengaan met zweten of misselijkheid. Een aanval trekt meestal weg in rust of na het innemen van speciale medicijnen (tabletje Isordil® of Nitrolingual®spray onder de tong).

De klachten kunnen ook minder duidelijk zijn. Dit komt vaker voor bij ouderen en mensen met diabetes (suikerziekte). Vrouwen hebben in tegenstelling tot mannen vaker één of meer van de volgende klachten: pijn in de bovenbuik, kortademigheid, extreme moeheid, duizeligheid, onrustig gevoel, angst, snelle ademhaling ,misselijkheid en braken.

Oorzaken

In de meeste gevallen is de oorzaak één of meerdere vernauwingen in de kransslagaders. Maar het kan ook voorkomen bij een hartklepaandoening of een hartspierziekte.

Oorzaken agina pectoris

De slagaders rond het hart (de kransslagaders) zorgen voor de aanvoer van zuurstofrijk bloed naar de hartspier. Bij vernauwingen is er kans op zuurstoftekort van het hart waardoor pijn op de borst kan ontstaan. De oorzaak van vernauwingen is slagaderverkalking of atherosclerose.

Hierbij kunnen door beschadigingen aan de binnenkant van de vaatwand ontstekingen ontstaan. Er kunnen bloedplaatjes, witte bloedcellen en vetdeeltjes (cholesterol) samenklonteren op de vaatwand. Zo 'n opeenhoping wordt een plaque genoemd. Hierdoor kan een bloedvat dichtslibben, waardoor vernauwingen ontstaan, dit wordt ook wel coronair lijden genoemd.

Soms kan een kransslagader tijdelijk vernauwd zijn door een krampachtige samentrekking (vaatspasme). Hierdoor kan het hart ook zuurstoftekort krijgen en kan pijn op de borst optreden. Dit wordt coronair spasme genoemd.
Risicofactoren
De kans op vernauwing van de kransslagaders en op hart- en vaatziekten (zoals angina pectoris, een hartinfarct en een beroerte) wordt verhoogd door:
- roken (ook meeroken)
- verhoogd cholesterol
- hoge bloeddruk
- overgewicht
- diabetes mellitus (suikerziekte)
- te weinig lichaamsbeweging
- erfelijkheid (hart- en vaatziekten bij vader, moeder, broer of zus voor het 65e levensjaar)
- leeftijd
We noemen dit de risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Ook langdurige stress kan uw risico op hart- en vaatziekten verhogen.
Onderzoeken
Om vast te stellen of de klachten door zuurstoftekort van het hart afkomstig zijn, kunnen de volgende onderzoeken gedaan worden;
- Bloedonderzoek
- Lichamelijk onderzoek
- Hartfilmpje (ECG)
- Ergometrie (inspanningstest)
- Echocardiogram
- Hartspierdoorbloedingsscan
- Coronair CT angiografie
- Hartkatheterisatie

Stabiele en instabiele vorm

Er zijn twee vormen van angina pectoris: een stabiele en een instabiele. Bij de stabiele vorm treden klachten op bij grotere zuurstofbehoefte van het hart (bijv. bij inspanning). Na enkele minuten rust verdwijnen de klachten. De instabiele vorm is ernstiger en onvoorspelbaar. Klachten kunnen ook in rust optreden en zijn regelmatig terugkerend of blijvend. Bij deze vorm is de kans op een hartinfarct groot.

Pijn op de borst poli

Als u klachten van pijn op de borst heeft, kunt u door uw huisarts verwezen worden naar de Pijn op de borst poli van het Groene Hart Ziekenhuis. Via de deze poli kunt u aangemeld worden voor een onderzoeksdag in het ziekenhuis. Op één dag worden er meerdere onderzoeken gedaan waarvan u aan het einde van de dag de uitslagen krijgt. U krijgt een brief over de gang van zaken op die dag.

Behandeling angina pectoris

Door een gezonde leefstijl kunt u de risicofactoren beperken. Hierbij hoort bijvoorbeeld gezonde voeding, niet roken, voldoende lichaamsbeweging en stress vermijden.

Daarnaast kan uw cardioloog besluiten te starten met medicijnen om de oorzaken en gevolgen van angina pectoris te bestrijden.

Als medicatie niet voldoende is dan kan er een dotter behandeling of bypass operatie nodig zijn. Deze twee behandelingen vinden niet plaats in het GHZ, maar in een hartchirurgisch centrum. Uw cardioloog bespreekt met u in welk centrum u het beste geholpen kunt worden. Na de operatie komt u meestal voor verder herstel op de verpleegafdeling van het GHZ terug. Na ontslag kunt u in het GHZ een revalidatieprogramma volgen.

Folders

Bekijk onze folders in het folderblok op deze pagina. Bekijk ook onderstaande folders van de Hartstichting:

Neem een kijkje

Gerelateerde specialismen

Cardiologie