TIA
Wat is een TIA?
We spreken van een TIA wanneer een gedeelte van de hersenen
tijdelijk te weinig bloed krijgt. Daardoor werken bepaalde
hersencellen minder goed of helemaal niet. TIA staat voor Transient
Ischaemic Attack. Vrij vertaald is dit een 'voorbijgaande
doorbloedingsstoornis'. Sommigen noemen het 'een voorbijgaande
beroerte'.
Wat zijn de verschijnselen van een TIA?
De verschijnselen van een TIA verschillen per persoon. Het ligt
aan de plaats in de hersenen waar de bloedtoevoer is verminderd.
Elk hersengebied heeft zijn eigen taak. Zo is er bijvoorbeeld één
bepaald hersengebied voor de spieren in een arm, één voor de
spieren in uw gezicht, voor uw spraak of voor het kijken.
Afhankelijk van het gebied dat te weinig bloed krijgt, kunt u
bijvoorbeeld opeens uw arm niet meer gebruiken, of u kunt niet meer
duidelijk praten, uw gezicht trekt scheef of u ziet minder.
Dit noemen we uitvalsverschijnselen.
Gelukkig gaan de verschijnselen van een TIA vanzelf over: vaak
binnen vijf minuten tot een halfuur, soms later, soms pas na 24
uur. Duurt de uitval lang of blijven er uitvalsverschijnselen
bestaan, dan spreken we van een
CVA (Cerebro Vasculair Accident) of beroerte.
Hoe ontstaat een TIA?
Een TIA kan ontstaan als een bloedpropje de bloedbaan blokkeert.
Bloedpropjes kunnen ontstaan als iemand een onregelmatige hartslag
(atriumfibrilleren) heeft. Daardoor kan het bloed in sommige
plaatsen in het hart niet goed doorstromen. Er kunnen dan kleine
bloedstolsels of -propjes in het hart ontstaan. Deze kunnen door de
bloedstroom meegevoerd worden, in een kleiner bloedvat in de
hersenen vastlopen en dit afsluiten. De conditie van uw bloedvaten
wordt sterk beïnvloed door roken, hoge bloeddruk, een hoog
cholesterol, suikerziekte, overgewicht en gebrek aan
lichaamsbeweging. Deze zogenaamde risicofactoren verhogen de kans
op een vernauwing of verstopping van bloedvaten.